top of page

Trimtechnieken

 

 

Plukken

=  het verwijderen van de loszittende dek(=boven)haren tijdens de rui, d.w.z. de hond moet ‘plukrijp’ zijn. Het loszittende dekhaar wordt - tot op de onderwol - plukje voor plukje met wortel en al verwijderd (een handmatig en dus zeer intensief karwei). Omdat deze haren los zitten is het niet pijnlijk voor uw hond.

 

Een plukhond wordt iedere + 6 maanden geplukt. Indien u het niet mooi vindt dat uw hond in ‘ondergoed’ rondloopt, bestaat er een zogenaamde ‘stripvacht’. Hierbij blijft er altijd een 3 maanden oude plukvacht op de hond staan. Wel moet men dan consequent iedere 3 maanden naar de trimsalon komen. De vacht bestaat uit drie lagen: de onderwollaag, de 3 maanden plukvacht (nog niet plukrijp) en de 6 maanden plukvacht. Deze laatste wordt geplukt.

 

Bijvoorbeeld: ruwharige honden (Cairn Terrier, Dashond).

 

 

Scheren

= het inkorten van de vacht d.m.v. een tondeuse. Er zijn verschillende maten scheerkoppen, die verschillende haarlengtes scheren. Scheren betekent niet meteen dat de hond kaal wordt.

Helaas soms de enige keus die overblijft omdat de hond zo in de klitten zit dat borstelen te pijnlijk wordt.

 

 

Knippen

 = de vacht inkorten en in model brengen, op de gewenste lengte, m.b.v. een (enkelzijdige effileer)schaar.

 

Bijvoorbeeld Poedels, Shih Tzu’s en kruisingen.

 

 

Effileren

= het uitdunnen of inkorten van de vacht met een een zgn. natuurlijk effect m.b.v. een (dubbelzijdige) effileerschaar.

 

Bijvoorbeeld Spaniels, Setters, Golden Retrievers, Flatcoated Retrievers.

 

 

 

 

 

 

bottom of page